Ga naar de inhoud

Appelstroop

appelstrooop

Een snee brood met appelstroop. Wie is er niet groot mee geworden? Appelstroop bevat veel suiker, maar was er ook niet iets met ijzer?

Appelstroop

De geschiedenis van appelstroop gaat ver terug. Waarschijnlijk kenden de Germanen al een manier van appelstroop maken die aan de basis ligt van de huidige appelstroop: appels langdurig koken tot bijna al het vocht verdampt is. Appels bevatten suiker in de vorm van vruchtensuiker, oftewel fructose. Na het inkoken blijft een moes over. Die heeft een hoog suikergehalte (meer dan 50%) en is daardoor lang houdbaar. Bij zo’n hoog suikergehalte, in combinatie met een laag vochtgehalte, hebben bacteriën geen kans zich te ontwikkelen. Appelstroop is daardoor ook buiten de koelkast wel twee jaar houdbaar.

Onze verre voorouders gebruikten deze houdbare zoetmaker dus al om maaltijden mee te zoeten. In de middeleeuwen begon de productie van appelstroop. Daarbij werden appels niet alleen gekookt maar ook geperst en gefilterd tot zogeheten diksap. Dit werd vervolgens ingekookt tot de smeerbare lekkernij. Appelstroop wordt ook nu nog op deze manier gemaakt. Het is typisch iets uit de lage landen. Bijna alleen in Nederland, het westen van Duitsland en België staat het op tafel. Het grootste deel van de productie van appelstroop vindt van oudsher in Zuid-Limburg en Belgisch Limburg plaats.

Lichtzuur

De meeste appelstroop is rinse appelstroop. Rins is een wat ouderwetse benaming voor lichtzuur. Die smaak ontstaat doordat er behalve appels suikerbieten in deze stroop zitten. Rinse appelstroop is een mengsel van suikerbietensap en appelsap. Het gehalte suikerbieten ligt op 70-75%. Bij de ingrediënten staat op de verpakking vaak beetwortelsap in plaats van suikerbietensap. De soort en hoeveelheid appels bepalen de smaak en kwaliteit van de appelstroop. Meestal zit er er zowel zoete als zure appels in. Behalve van appels wordt de stroop ook wel gemaakt van peren, al dan niet in combinatie met suikerbieten. Zo is er (rinse) perenstroop en (rinse) appel-/perenstroop.

Tegenwoordig is er steeds meer ‘pure’ appelstroop te koop. Hierin zitten alleen appels, en dus geen suikerbietensap. Deze appelstroop heeft dan ook niet de toevoeging rinse. Het lijkt misschien gezonder om appelstroop van 100% appels te eten, maar het suikergehalte van rinse appelstroop verschilt nauwelijks van dat van pure appelstroop. Een portie (20 gram) appelstroop staat ongeveer gelijk aan drie klontjes suiker. En dat is nagenoeg evenveel als het suikergehalte van een portie jam. Appelstroop staat niet in de Schijf van Vijf. Elke dag appelstroop eten is dus niet zo’n goed idee.

IJzergehalte in appelstroop

Rinse appelstroop is bekend om het hoge ijzergehalte. Een portie rinse appelstroop levert 2,5 mg ijzer. Dat is best veel, als je bedenkt dat volwassen mannen 11 mg ijzer per dag nodig hebben en volwassen vrouwen 16 mg. IJzer is belangrijk voor het lichaam. Het speelt onder andere een rol bij de aanmaak van rode bloedcellen en hemoglobine, draagt bij aan een goed zuurstoftransport door het lichaam en ondersteunt het immuunsysteem.

Het ijzer in rinse appelstroop is non-heemijzer, de plantaardige vorm van ijzer. Het lichaam neemt dit minder goed op dan heemijzer uit dierlijke producten. Maar als je er iets bij eet of drinkt dat vitamine C bevat (zoals fruit, groente en sap), verbeter je de opname van het ijzer.

Er bestaan veel verhalen over de herkomst van het ijzer in appelstroop. Appels bevatten namelijk nauwelijks ijzer. Lang was de gedachte dat het ijzer kwam uit de blikken verpakking waarin appelstroop traditiegetrouw werd verpakt of dat de ijzeren kookketels de oorzaak waren. Inmiddels is bekend dat het hoge ijzergehalte komt uit het ingedikte suikerbietensap. De toevoeging van suikerbieten zorgt dus niet alleen voor de rinse smaak, maar ook voor het hoge ijzergehalte. Stroop van 100% appels en/of peren bevat nauwelijks ijzer. Eet je appelstroop vanwege het hoge ijzergehalte, dan is het dus belangrijk voor rinse appelstroop te kiezen.

Zelf appelstroop maken

Met wat geduld maak je je eigen appel- of perenstroop. Haal voor ongeveer 500 gram stroop de klokhuizen uit de 4 kilo appels of peren.

  • Kook het fruit 45 minuten in 500 ml water, samen met het sap van 1 citroen.
  • Zeef het fruit in een vergiet, met daarin een schone theedoek.
  • Knijp de appelmassa uit en laat deze goed uitlekken.
  • Vang het sap op.
  • De appelpulp gebruik je niet.
  • Kook het sap in een brede pan zonder deksel op een lage hittebron tot het de juiste dikte heeft.
  • Dit duurt zeker 1 uur.

Leuke weetjes appelstroop:

  • De donkere kleur van appelstroop ontstaat door de karamellisatie bij het inkoken van de appels.
  • Appels worden direct na de oogst gekookt en geperst tot diksap.
  • Voor 1 kilo 100% appelstroop heb je 7-8 kilo appels nodig.
  • 1 portie rinse appelstroop zorgt voor minimaal 15% van de dagelijkse ijzerbehoefte
  • het diksap gaat in koeltanks totdat het ingekookt wordt tot appelstroop.
  • aan sommige merken appelstroop is ijzerlactaat toegevoegd om het ijzergehalte te verhogen.