Ga naar de inhoud

Inhalatiemedicijnen

inhalatiemedicijnen

Inhalatiemedicijnen voor astma en COPD maken de luchtwegen wijder en verminderen zo benauwdheid. Bekende bijwerkingen van deze inhalatoren zijn heesheid, een ontstoken tong en schimmelinfecties in de mond.

Verkeerd gebruik inhalator

Van de COPD patiënten van 40 jaar en ouder die een inhalator met droogpoeder gebruiken, inhaleert 3 op de 10 niet optimaal. Dit heeft negatieve gevolgen voor hun gezondheid. Zij hebben bijvoorbeeld meer COPD-klachten en een slechtere psychische gezondheid.

Bij inhalatiemedicijnen is het belangrijk om krachtig en diep in te ademen zodat de medicatie zich verspreidt in de luchtwegen.

Gebitsschade door inhalatiemedicijnen

Gebitsschade is minder bekend als bijwerking. Inhalatiemedicijnen kunnen (het glazuur van) tanden en kiezen aantasten doordat ze het milieu in de mond zuurder maken, de natuurlijke samenstelling van bacteriën in de mond verstoren en de hoeveelheid speeksel verminderen.

Als je de inhalator juist gebruikt, vermindert dit de kans op gebitsschade. Zet bijvoorbeeld het mondstuk tussen je tanden. Zo komen er minder poederdeeltjes in je mond en op je tanden en kiezen terecht. Poets niet direct na het inhaleren je tanden. Poetsen in een zure mondomgeving kan het tandglazuur aantasten. Je kunt beter je mond na inhalatie spoelen met water en een half uur later je tanden poetsen.

Ervaar je (mond)klachten bij inhalatiemedicijnen, bespreek die dan met je arts, apotheker of tandarts.